Te vinden op deze pagina:
– Rooster
– Fantasie opdracht – stimuleren fouten maken
– Posters structuur in het denkproces
– De kletspot
– 5 minuten spelletjes
– Reflectie speel- en werkuur
—————————————————————————————————————————
Concept weekrooster
– Om een bewerkbare versie van mijn weekrooster te downloaden klik hier
Fantasie opdracht – stimuleren fouten makenDoel: De leerlingen hebben allemaal een tekenblad, de leerkracht kan de les goed openen door een prentenboek voor te lezen over perfectionisme. De leerlingen gaan vervolgens aan de slag om de ‘fouten’ zelf om te zetten in kunstwerken, de leerlingen zien op deze manier dat fouten ook heel goed hersteld kunnen worden iets moois.
– Om deze fantasie opdracht te downloaden klik hier
Posters structuur in het denkproces – Naar het idee van Meichenbaum
Doel: De leerkracht hangt de posters op een zichtbare plek in de klas. De posters bieden de leerlingen meer structuur in het denkproces en geven houvast in welke volgorde de kinderen aan het werk gaan.
– Om de posters te downloaden klik hier
De Kletspot pot
De kletspot is bedoeld om een kringgesprek een gerichtere kant op te laten gaan, de kletspot is gevuld met einde van de dag vragen (geel) en vragen die op elk moment gesteld kunnen worden en heel verschillend zijn (blauw).
– Om de set gele reflectie vragen te downloaden klik hier
– Om de set blauwe gespreksvragen te downloaden klik hier
De Feestdagen Pot
– Om de set voor de feestdagen vragen te downloaden klik hier
—————————————————————————————————————————
5 minuten spelletjes
Een set met keuzes voor verschillende 5 minuten spelletjes waaruit de leerlingen kunnen kiezen.
– Om het bestand te downloaden klik hier
Uitleg
– Het museumspel
Een bewaker gaat op de gang en de standbeelden gaan klaar staan in de klas. Als de bewaker binnenkomt gaat hij rond lopen en kijken welke standbeelden bewegen, deze leerlingen moeten gaan zitten.
– Alle kikkers in de vijver (speellokaal)
De leerkracht legt matten neer en de muziek gaat aan, de leerlingen bewegen als vijvers in het water. Als de muziek uit gaat, moeten ze op een mat gaan staan. Steeds haalt de leerkracht een mat weg en de leerlingen zullen elkaar dus moeten gaan helpen om op de mat te komen en te blijven.
– Papegaaien
Een leerling bedenkt een woord een fluistert dit in het oor van de buurman/vrouw, zo gaat het woord de groep door. De laatste mag het hardop zeggen en dan kijken of het woord helemaal is door gekomen.
– Groepsfoto
Een leerling is de fotograaf, de andere leerlingen gaan voor de klas staan en nemen een pose aan. De fotograaf gaat naar de gang en één leerling verstopt zich. Kan de fotograaf raden wie?
– Wafwaf
Een leerling zit als ‘hond’ met de ogen dicht in de kring en de andere leerlingen proberen zijn ‘speelgoed’ te stelen. De leerkracht wijst een leerling aan en deze probeert zo stil mogelijk het speelgoed te stelen, als de hond iemand hoort roept hij wafwaf en wijst hij naar de kant waar het geluid vandaan komt, is het de goede kant moet de dief weer gaan zitten.
– Tellen
De leerlingen moeten samen tot 20 tellen MAAR het getal mag maar één keer worden genoemd. Zeggen twee kinderen het getal? Opnieuw
– Alle vogels vliegen
De leerkracht noemt een feit over het thema (bij boerderij bijvoorbeeld een koe legt eieren) als het waar is gaan de leerlingen vliegen als een vogel, is het fout blijven ze zitten.
– De wereld op zijn kop
De leerkracht (of een andere leerling) doe voor de klas bewegingen en de andere leerlingen doen precies het tegen over gesteld (dus bijvoorbeeld zitten op je stoel > staan)
—————————————————————————————————————————
Reflectie speel- en werkuur
Doel: Deze vier punten (taakgerichtheid, zelfstandigheid, verantwoordelijkheid en samenwerken) laten kleuters reflecteren op hun eigen niveau en binnen hun eigen niveau. De leerkracht kiest per onderdeel één duo per onderdeel uit die mogen vertellen over hun ervaringen van de afgelopen speeltijd binnen dit punt.
– Om de ondersteuning bij het reflecteren met kleuters te downloaden klik hier
Uitgebreide uitleg per aandachtspunt
– Taakgerichtheid: hierbij draait het erom om kleuters af hebben gekregen wat ze graag af hadden willen hebben. Is hun geplande taak af? Is het bouwwerk af wat ze wilden gaan bouwen? De leerlingen kunnen kiezen uit: groen (het is af), blauw (we zijn ver gekomen) en rood (het is helemaal niet af). Als de leerlingen hebben gekozen kun je vervolg vragen stellen zoals ‘hoe komt het dat het niet af is?’ of ‘Wat hebben jullie gedaan om ervoor te zorgen dat het nu helemaal af is?’
– Zelfstandigheid: hierbij draait het erom dat kleuters zelf leren hun eigen spullen op te ruimen. Ze kunnen hierbij kiezen uit groen (Het is door de kleuter zelf opgeruimd), blauw (Juf heeft een beetje geholpen maar het meeste is zelf opgeruimd) en rood (het is niet opgeruimd of iemand anders heeft het opgeruimd). Hierbij kunnen de leerlingen ook elkaar controleren!
– Verantwoordelijkheid: Hierbij draait het erom dat kleuters leren met respect om te gaan met de spullen van school en andere leerlingen. Ze kunnen hierbij kiezen uit groen (Ik ben netjes met de spullen om gegaan en daardoor is alles nog heel) of rood (ik was te wild/vrij en daarom is er iets stuk gegaan). Laat de leerlingen benoemen wat er gebeurd was, toen er iets stuk ging. Hier kunnen andere leerlingen ook veel van leren.
– Samenwerken: Hierbij draait het erom dat kleuters leren overleggen bij een samen geplande hoek of taak. Hierbij kunnen ze kiezen uit groen (het is goed gegaan), blauw (Juf moest ons even aanspreken maar daarna ging het goed) of rood (het ging niet goed door teveel geluid of ruzie). De leerlingen kunnen vervolgens benoemen wat er voor heeft gezorgd dat ze goed konden overleggen/samenwerken of wat er juist mis ging. ALs het mis ging, laat de leerlingen dan ook benoemen wat ze uiteindelijk als oplossing hebben bedacht om het weer goed te maken.